Duurzame kantoorinrichting begint bij het gebouw, niet bij de prullenbak

Als mensen aan duurzaamheid denken, duikt vaak hetzelfde rijtje op in het hoofd. Afvalscheiding, hergebruikte bureaus en energiezuinige verlichting. Het zijn allemaal stappen in de goede richting, maar Michael Fidder, medeoprichter van Cerius én specialist op het gebied van duurzaamheid, merkte al jaren geleden dat deze zichtbare maatregelen slechts een klein onderdeel zijn van het totaalplaatje. De grootste winst zit op plekken waar de meeste mensen nooit komen: achter plafonds, in technische ruimtes en in de manier waarop een gebouw energie verbruikt.

Michael werkt al lang in de kantoorhuisvesting en ziet hoe snel de wereld is veranderd. “Vijftien jaar geleden sprak bijna niemand over certificeringen of energieverbruik”, vertelt hij. Inmiddels krijgt hij bij elke nieuwe opdracht de vraag hoe duurzaam het gebouw is en hoe duurzaam het project kan worden. De belangstelling is mooi en past bij de tijd, maar tegelijkertijd vraagt het om realisme en inzicht, “want niet alles dat groen lijkt, heeft dezelfde impact”.

Maar voordat we beginnen… Wie is Michael?

Een portret van Michael Fidder, specialist op het gebied van duurzame kantoorinrichting bij Cerius

Michael Fidder

Michael werkt al ruim 25 jaar in de zakelijke huisvesting. In 2009 richtte hij, samen met Pieter Cras, Cerius op. Een design & build-bureau dat met een team van 12 collega’s werkt aan het ontwikkelen, renoveren en realiseren van moderne en duurzame werkomgevingen.

Duurzaamheid begint bij het gebouw: de grootste energieverbruiker

De meeste organisaties starten hun duurzame reis bij de inrichting. En het is een logische gedachte om daar te starten, want dat is het deel dat je ziet en waar je dagelijks mee werkt. “Toch is dat niet de plek waar de grootste winst valt te behalen”, vertelt Michael. “Een duurzame bureaustoel is fijn, maar een kantoor dat drie keer minder energie verbruikt is een ander niveau.”

De belangrijkste duurzaamheidskeuzes worden al gemaakt bij de selectie van het gebouw. Een kantoorgebouw verbruikt de meeste energie via de (gebouw) installaties: ventilatie, koeling, verwarming, verlichting en regeltechniek. Dit hoort allemaal bij het gebouw en bepaalt samen met de bouwkundige schil hoe duurzaam de basis is.

Een duurzaamheidspecialist die een kantoorinrichting verduurzaamt

Daarna begint het deel van de gebruiker: het inbouwpakket

Zodra het gebouw is gekozen, komt de volgende stap. Deze stap gaat over het inbouwpakket dat door de gebruiker zelf wordt gerealiseerd. Dit gaat om alles wat wordt toegevoegd om de ruimte werkbaar te maken. Wanden, vloeren, sfeerverlichting, databekabeling, akoestische voorzieningen, werkplekken, keukenoplossingen en al het maatwerk.

Michael: “Veel mensen zien dit niet als onderdeel van duurzaamheid, maar dat is het wel. De manier waarop een gebruiker zijn inbouw realiseert, bepaalt de circulariteit, levensduur en energie-efficiëntie van het interieur.” 

Hoewel duurzame keuzes soms duurder lijken, ziet Michael dat dit niet altijd zo is. “Soms is de duurzame optie zelfs beter geprijsd, zeker als je kijkt naar de langere termijn”. Inmiddels zijn er al veel producten op de markt met een lage CO₂-footprint die goed geprijsd zijn. Dit is een goede ontwikkeling die de laatste jaren snel is gegaan en hopelijk doorzet. “Wie alleen naar meubilair kijkt, mist de grootste kansen”.

Waarom het inbouwpakket zo belangrijk is voor duurzame kantoorinrichting

  • Het bepaalt vaak de levensduur van de inrichting (gemiddeld ongeveer 10 jaar).

  • Het kan duurzaam worden gerealiseerd met hergebruik, demontabel bouwen en gezonde materialen.

  • Technische keuzes in verlichting, luchtkwaliteit en regeltechniek hebben direct effect op het energieverbruik.

  • Een slim ontworpen inbouwpakket gaat langer mee en kan in de toekomst eenvoudiger worden aangepast.

Duurzame herontwikkeling in het hart van Amsterdam

Het gebruik van duurzame installaties in vastgoed

Momenteel werkt Cerius aan een mooi renovatieproject aan het Frederiksplein in Amsterdam. Het gebouw heeft nu een laag energielabel, maar na renovatie wordt het volledig Paris Proof en krijgt het een Breeam Excellent label. Na renovatie wordt het energieverbruik bijna 4x lager dan het nu is, dit geldt ook de bijbehorende CO2-uitstoot.

Dit project laat goed zien hoe het gebouw en de inbouw samenkomen. Het pand krijgt efficiënte installaties en het interieur wordt zo duurzaam mogelijk ingericht. “De opdrachtgever wil hier iets bijzonders creëren en heeft hier middelen voor beschikbaar gesteld”. Het laat zien wat er mogelijk is wanneer iedereen dezelfde richting op kijkt. “Echt een project waar mijn duurzaamheidshart sneller van gaat kloppen”, vertelt Michael enthousiast.


Wat duidelijk wordt is dat duurzaamheid geen los project is. Het is een manier van kijken. Het gaat om de complete combinatie aan keuzes die je maakt. Denk aan het totaal van het gebouw, de installaties en de levensduur van alles wat je gebruikt. Van de zonnepanelen op het dak, tot de warmtepomp in de kelder en alles wat er tussenin zit.

Duurzaamheid in ontwerp en realisatie wordt steeds belangrijker

De komende jaren verwacht Michael vooral verdere ontwikkeling van bestaande oplossingen. “Gebouwen worden steeds vaker vernieuwd met energiezuinige installaties. De overheid en banken stellen strengere eisen aan vastgoed. Leveranciers brengen steeds meer duurzame varianten van hun producten op de markt. Het gaat stap voor stap in de juiste richting. Langzaam maar zeker zijn duurzame keuzes in kantoorinrichting en bouw de nieuwe standaard geworden.” 

Wat deze ontwikkelingen met elkaar gemeen hebben is dat ze allemaal beginnen bij de basis. Een gebouw dat weinig energie verbruikt en technisch op orde is, vormt het fundament van een duurzame werkomgeving. De inrichting volgt daarna en maakt het verhaal af. Wie alleen let op zichtbare maatregelen mist dus de belangrijkste kansen. Wie het breder bekijkt, ontdekt dat duurzame keuzes veel verder gaan dan gerecycled meubilair of prullenbakken waarmee afval wordt gescheiden.

Het is het samenspel tussen gebouw en gebruiker waar de grootste impact qua duurzaamheid wordt gemaakt.
— Michael Fidder

Michael ziet het daarom als zijn rol om met opdrachtgevers mee te kijken en te kiezen wat past. “Tegenwoordig is duurzaamheid veel meer dan iets dat ‘moet’, het levert namelijk ook iets op. Een gebouw dat klaar is voor de toekomst. Keuzes die zich op termijn terugverdienen. En een investering die meer doet dan goed voelen aan de voorkant. Duurzame keuzes zijn soms een stille kracht. Je ziet het misschien niet meteen, maar je merkt het wel in alles wat je doet.”

Als ontwerper en bouwer van kantoorinrichting weten wij bij Cerius als geen ander wat er komt kijken bij het aa. Wil je vrijblijvend advies over hoe je dit realiseert? We helpen je graag!

Volgende
Volgende

Werkplekconcept 2.0: De basis voor een moderne werkomgeving